“Hopelijk kom je snel terug, want collega T is wél heel goed in ‘nee’ zeggen.” Au. (En ook: good for her – daar kon ik wat van leren.) Ik was voor het eerst op kantoor nadat ik al drie maanden thuis zat met een behoorlijk zware burn-out. Ik werkte wel, maar heel mondjesmaat en vanuit huis (lees: bed). En dat was overigens het slechtste idee ooit, maar ik had niet het gevoel dat niet werken een optie was. Want ‘nee’ en ‘niet’ vond ik maar moeilijke woorden.
Hoe kom je aan een burn-out?
De vraag die me destijds bezig hield was: hoe kom ik ervan af? Maar om die oplossing te vinden moet je de oorzaak aanpakken. Dat waren er meerdere: perfectionisme was er één van. Maar ook deze: nooit nee zeggen. Niet op werk, niet tegen vrienden en niet tegen familie. (Misschien denken zij er anders over als ze dit lezen, maar ik zei ontzettend vaak ‘ja’ (of deels ‘ja’) als ik eigenlijk ‘nee’ voelde.)
En daar moest ik dus vanaf. Maar hoe? Want hoe zouden mensen reageren als ik mijn (sociaal wenselijke) gedrag zou aanpassen? Deze collega gaf me in ieder geval al duidelijk een antwoord: we zijn zo blij met je, omdat je altijd ‘ja’ zegt. Help. Het voelde alsof ik een web had gesponnen waar ik nu zelf in vast zat. Klem. Ik kon niet zo door, maar het voelde tegelijkertijd alsof ik moest.
Oefening baart kunst
Ik zag gelukkig zelf in dat die laatste gedachte niet per se rationeel was: ik kon dat pas concluderen als ik het geprobeerd had. En dus ging ik oefenen. Want daar helpt zo’n burn-out lichaam wél bij (in mijn geval: ik was niet alleen supermoe, maar ook nog eens superduizelig en ik had superhoofdpijn): ik kón het daadwerkelijk niet. Ik moest alleen leren om me daar dan vervolgens niet schuldig over te voelen of me te schamen. En ik zeg eerlijk: dat duurde een paar jaartjes. (Kwam ook een zieke en vervolgens dode vader tussendoor, dus dat hielp ook niet echt. Of nou ja, eigenlijk wel: ook door zijn ziekte en zijn overlijden zei ik vaker nee dan voorheen – een beter excuus om je af te melden dat dat is er bijna niet.)
Ben ik nu de koningin van de ‘nee’? Absoluut niet. Ik vind het nog steeds soms moeilijk om mensen teleur te stellen en zeg soms nog steeds tegen beter weten in ‘ja’. Maar eerlijk: soms is dat ook het leven, hè mensen. Buiten dat: oefening baart echt kunst.
Over grenzen
‘Nee’ zeggen heeft natuurlijk alles te maken met het bewaken van je grenzen: een lijn trekken als je voelt ‘dit wil ik niet’ of ‘dit kan ik niet’. Je grenzen bewaken is de laatste tijd een hot thema – iedereen en z’n moeder gooit tegenwoordig als zelfbenoemd coach allerlei psychologische termen en adviezen de wereld in. Toch vind ik – zeker in rouw – grenzen voelen en aangeven wel een heel belangrijk onderwerp.
Dat begint al vóór de dood, als er sprake is van een ziekbed en afscheid nemen. Want hoe belangrijk is het dat jij je eigen keuzes mag maken in zo’n periode en dat je ook die van de andere betrokkenen respecteert? En wat te denken van je belastbaarheid in die tijd, waardoor je misschien ‘nee’ moet zeggen tegen sociale verplichtingen of werk? Vanzelfsprekend spelen diezelfde dilemma’s ook na een overlijden.
Maar hoe zeg je dan ‘nee’?
Mijn tips voor jou als je niet weet waar te beginnen:
- Antwoord niet direct. Zeg: ik kom daar nog op terug. (Ik heb een papieren agenda en ik vind het stiekem heerlijk om te zeggen dat ik thuis even kijk, omdat ik ‘m niet bij me heb.)
- Kijk of je een alternatief kunt bieden voor wat gevraagd wordt: “Ik kan nu niet op bezoek komen, maar we kunnen wel even bellen.”/”Ik kan nu niet bellen, maar morgen heb ik wel een gaatje tussen 13.00 en 13.15 uur.”/”Ik kan niet die taak van je overnemen, maar ik wil best een half uurtje meedenken.”
- Schrijf het op als je een keer tip 2 hebt gedaan en wat de reactie was. Was die zo naar als je had bedacht of viel het eigenlijk allemaal wel mee? Neem dat mee naar je volgende ‘nee’!
- Hang dit op je koelkast of zet het als achtergrond op je telefoon: ‘een ‘nee’ tegen een ander is een ‘ja’ tegen jezelf’ (en andersom). Je mag echt voor jezelf kiezen en vooral goed voor jezelf zorgen. Is voor iedereen uiteindelijk leuker en beter!
- Bonustip: ga naar bijvoorbeeld een haptotherapeut (geen verwijzing nodig). Die helpt je met voelen en je grenzen aangeven. Psychomotorische therapeuten doen dat trouwens ook. (Allebei ervaring mee, allebei heeeeeel veel effect gehad.) Woon je in de omgeving van Breda, dan kan ik je tips geven. (In Amsterdam heb ik ook PMT gehad overigens.)
Van ‘nee’ naar ja
Terug naar mijn burn-out. Ik zei al dat ik vaak ‘ja’ zei, terwijl ik ‘nee’ voelde. Maar eigenlijk voelde ik heel vaak gewoon niets – ik dééd. Op basis van ratio, angst, verstand, gewoonte. Zoiets. Maar écht voelen wat ik wilde was er vaak niet bij. Ik was namelijk compleet uit verbinding.
Ik weet nog goed dat ik op een avond tegen Dennis zei: “Ik wil naar het strand.” Hij keek me aan alsof hij water zag branden, want ik kon niet lang overeind zitten, vond een rondje rond ons appartementencomplex ontzettend vermoeiend en trok prikkels van het verkeer absoluut niet. “Denk je dat dat lukt?” “Ik weet het niet. Maar ik voel dat ik dit zo graag wil.” “Dan doen we het.” En we deden het. We reden veertig minuten, stapten uit, liepen een klein stukje, stonden op het strand. Hij hield me vast, ik huilde. Van geluk. Ik fluisterde: “Dit is waar ik moet zijn.” We reden veertig minuten terug en vervolgens kwam ik drie dagen amper mijn bed uit, omdat het zo vermoeiend was geweest. Maar het was goed, want ik had iets gevoeld en dat gevoel gevolgd!
Zo kwam ik langzaam maar zeker weer een beetje in verbinding met mezelf. Ik leerde dat mijn lichaam me niet tegenwerkte met pijn, misselijkheid of moeheid, maar me juist signalen gaf. En die mocht ik niet meer negeren.
Van grenzen bewaken naar grenzen verdedigen
Daar werd soms anders over gedacht en dat illustreer ik met nog een werk-anekdote. In mijn laatste baan in loondienst gaf ik al tijdens het sollicitatiegesprek een grens aan: ze vroegen me hoe ik stond tegenover een bepaalde taak, waar ik vooraf specifiek naar had geïnformeerd – zou die taak onderdeel zijn van de functie, dan zou ik niet solliciteren. Mijn antwoord was dan ook: “Dan wil ik de baan niet.”
Zij wilden mij alsnog graag hebben en dus gingen ze akkoord met het schrappen van de taak. Na een half jaar zei HR-collega N dat ik waarschijnlijk tóch die taak op me moest gaan nemen en ze voegde toe: “Je hebt dat onderhandeld omdat je tijdens je herstel hebt geleerd om stevig je grenzen aan te geven, maar straks word je wel weer flexibeler.” Wow.
Ik was niet inflexibel, ik wist gewoon heel goed wat ik niet wilde, omdat ik er stress van kreeg, energie op lekte en omdat ik er niet goed in was. Ik had deze randvoorwaarde niet bedacht met mijn verstand, maar met mijn gevoel: ik wil dit niet, dit is niet goed voor mij. En sindsdien wist ik: ik moet iets anders gaan doen. (En toen kreeg ik een blindedarmontsteking, nam ik ontslag en begon ik voor mezelf, zodat ik echt lekker zelf ging bepalen hoe ik werkte. Geen seconde spijt.) Want ik voelde niet alleen ‘dit wil ik niet meer’, maar vooral ook wat ik wél wilde.
Grenzen aangeven gaat over voelen
Je las het al een paar keer in deze (veel te lange blog). Grenzen stellen gaat over voelen. Wat zegt je lijf, wat zegt je onderbuik, wat zegt je hart? Wat wil je diep van binnen, als je even niet luistert naar je verstand?
‘Nee’ zeggen bracht me dus dichterbij wat ik wél wilde en gaf me de ruimte om ‘ja’ te kunnen gaan zeggen tegen dromen. Het leverde me op dat ik dichter bij mezelf sta, meer focus op mezelf en minder aantrek van meningen en verwachtingen van anderen. Dat betekent niet dat je asocialer wordt, maar juist dat mensen minder misbruik (bewust of onbewust) van je maken. Maar voor mij is het vooral zo dat het leven een stuk lichter is geworden. Ik zeg eerlijk: daarvoor moest ik echt wel even door donkere stukken heen. Maar ik ben nu hier en weet: het leven kan kort zijn. Te kort om alleen maar te doen wat anderen van me willen. En ik hoop dat jij dat ook inziet.
Kan ik je helpen?
De voorjaarseditie van de mailvijfdaagse staat in het teken van grenzen aangeven, iets wat perfect past bij het seizoen. De vijfdaagse gaat van start vanaf half februari en is beschikbaar tot half juni. Meer over het leven met de seizoenen lees je hier.
PS Sinds het leven weer wat lichter voelt, ben ik juist weer vaker ‘ja’ gaan zeggen op dingen waar ik normaal gesproken ‘nee’ op zou zeggen uit angst of door meningen van anderen. En dat maakte mijn leven nóg leuker. Lees er hier meer over.