Van perfectionist naar ‘goed is goed genoeg’

Ik ben genoeg. Ik doe genoeg. Ik heb genoeg.

Ik moet het nog regelmatig tegen mezelf zeggen. Als mijn hartslag weer omhoog gaat, mijn nekspieren zich aanspannen of ik veel buikpijn heb. Dan is er iets gebeurd, waardoor de onzekere kant in mij ontwaakt. Dan hoor ik de stemmen van mensen die me eerder hebben verteld dat ik niet genoeg was: klasgenootjes die me pestten, een jongen die me niet mooi genoeg vond of de teleurstelling van mijn ouders als ik een slecht cijfer had gehaald. En dan maakte ik goede voornemens: ik zou het beter gaan doen. In het leven van Myrthe Geerts was het iedere week wel een keer 1 januari.

In het leven van Myrthe Geerts was het iedere week wel een keer 1 januari

Bewijsdrang en uitstelgedrag

Het is dus niet zo gek dat ik een interne strenge stem heb die altijd vindt dat alles beter kan of zelfs moet. Ik kan die stem steeds beter negeren. Maar als ik geen aandacht geef aan het gevoel dat ie me geeft, verlies ik me in mijn bekende overlevingspatronen (ook wel coping strategieën genoemd): heel hard werken, obsessief schoonmaken of veel online zijn. Iets met bewijsdrang.

Volg je me op Instagram, dan heb je de afgelopen dagen een aantal posts over (mijn) perfectionisme voorbij zien komen. Want niet alleen kan perfectionisme je in de weg staan als je weer bewust van het leven wilt genieten; ook is het echt een vreselijke sta-in-de-weg in het proces van afscheid nemen (ik schreef daar eerder deze blog over) of rouwen. Perfectionisme zorgt er namelijk voor dat je uitstelgedrag vertoont: je kunt pas iets doen of afronden als het écht heel goed is. En ja, daar heb je natuurlijk nou juist niet altijd de tijd voor – er is helaas een heel harde deadline als je definitief afscheid neemt en soms komt die deadline sneller dan je denkt. Die wetenschap heeft me geholpen.

Toen we net wisten dat mijn vader ernstig en ongeneeslijk ziek was, had ik echt een beetje paniek over de gedachte dat ik afscheid zou nemen: hoe moest ik dat doen? Straks deed ik het verkeerd. En al snel bedacht ik: juist die paniek is zonde van de energie en tijd. Er is geen goed of fout, zolang ik mijn hart volg. Maar vooral: het beste, dat weet niemand. Dat weet je pas achteraf. Dat accepteren maakte het zoveel makkelijker.

En toen hij eenmaal was overleden, had ik een hoop boeken en artikelen en zo klaarstaan om te lezen, want dat had ik van tevoren bedacht, hoe ik goed moest rouwen. Onzin natuurlijk, want zo werkt het niet. Het eerste jaar heb ik er geen letter van gelezen, want dat lukte me niet. Ik ging juist schrijven en startte good mourning. And here we are now.

De verhuisdoos in het midden van de kamer

Wat me ook hielp was therapie. Zo liet een psycholoog me tijdens de voorbereidingen voor de verhuizing een doos inpakken met allemaal spullen uit verschillende ruimtes: er ging iets in uit de keuken, de woonkamer, de badkamer, de slaapkamer en van het balkon. Ik kon dus niet op de doos zetten ‘keuken’ en het voelde als een enorme chaos. De gedachte dat er iemand anders die doos in handen zou krijgen om uit te pakken gaf me acuut stress – wat zou diegene wel niet van me denken? Tot overmaat van ramp moest die doos ook echt een paar weken midden in de woonkamer staan, zo werd me opgedragen.

Die gedachte, wat diegene wel niet zou denken, daar zit natuurlijk een belangrijk aspect van perfectionisme: je veel aantrekken van verwachtingen van anderen. Hoewel ik altijd dacht dat ik dat niet deed (ik heb geen last van FOMO als anderen op een festival staan waarvan ik de muziek stom vind en ik draag gerust kleding die mijn vrienden of familie stom vinden), blijk ik het toch wel degelijk belangrijk te vinden wat anderen van me vinden. Ik ben een heel gevoelig persoon. Ik kan enorm piekeren, zit vaak te veel in mijn hoofd. Ik denk veel, soms te veel. Allemaal ingrediënten om een perfectionist te zijn.

“Als je maar je best doet”

Mijn ouders zeiden altijd: “Je kunt niet meer doen dan je best.” Een liefdevolle uitspraak en ook ontzettend waar. Alleen nam ik het iets té letterlijk. Ik deed daardoor altijd op alle vlakken mijn uiterste best. Ik ging altijd voor het beste. En deed ik het niet, dan voelde ik me schuldig. Want ja, ik moest wél mijn best doen. En die uiterste best, dat sloopt je.

Dat had ik pas vrij laat door – zo’n vier jaar geleden. Ik dacht namelijk dat iedereen zo in elkaar stak: hard werken en je zaken op orde hebben was voor mij vanzelfsprekend. Je wil toch het beste van jezelf laten zien, je best doen voor iemand, mooie resultaten behandelen, trots zijn op jezelf of iemand trots maken? Ik wist dat ik hard moest werken om mijn doelen te behalen, maar gaandeweg werd die ambitie overschaduwd door bewijsdrang. Ik haalde mijn eigenwaarde uit wat ik bereikte en kon en dat is niet gezond. Het zorgt ervoor dat je denkt dat de waardering van anderen óók voorwaardelijk is. Het resulteerde in een zware burn-out vier jaar geleden. Ik wist eigenlijk meteen: het moet anders. Maar er was veel voor nodig om daar ook te komen.

Optimaal versus maximaal

Wat mij hielp was het inzicht dat het nooit genoeg zal zijn. Want ‘goed’ is zo subjectief: het hangt ervan af aan wie je het vraagt en wanneer. Dus ik vraag het nu gewoon aan mezelf en in het hier en nu. Is het nu goed genoeg? Wat kost het me en wat levert het me op? Wat gebeurt er als ik niet voor het maximale ga? Want ook dat leerde ik: optimaal is beter dan maximaal. Die laatste 20% die ik ergens in stopte, koste me vaak veel meer tijd, energie en stress dan die eerste 80% aan inzet. Dus ik probeer nu te stoppen bij die 80%. Zoals ik deze blog ook 80% goed genoeg vind nu. 😉

Of ik nu geen last meer heb van mijn perfectionisme? Uiteraard wel. Het zit in mijn karakter en het brengt me ook goede dingen (tevreden klanten, bijvoorbeeld). Ik ben nog niet onbewust bekwaam (loslaten is nog geen automatisme), maar zeker wel in de meeste gevallen bewust bekwaam: ik zie in dat streven naar perfectie zelden nodig is en kan dus soms ook de boel de boel laten.

Voor wie leef je nou eigenlijk?

Ik vind het belangrijk om dit te delen, met name richting mijn generatie.

Deze maatschappij is zo gericht op presteren, op het perfecte plaatje. Het moet altijd maar meer, beter, best. En dat is niet gezond. Perfect bestaat niet, dus stop om daarnaar te streven. Wie denkt er nu op z’n sterfbed: gelukkig was mijn bed altijd netjes opgedekt? Of: wat heb ik fijn tachtig uur per week gewerkt? Voor wie leef je nou eigenlijk? Denk daar maar eens over na!

Oja en hoe het met die doos is afgelopen? Die heb ik uiteraard zelf uitgepakt. 😉 Stapje voor stapje kom ik er wel. Die verandering in mezelf hoeft namelijk ook niet perfect.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.