Blog

Mijn favoriete selfcare items

Selfcare is hot en happening en daar profiteert de commercie natuurlijk van. Ik zal je een geheimpje verklappen: selfcare hoeft geen geld te kosten. Zo is een wandeling in het bos voor mij heel ontspannend, net als een goed gesprek met een vriendin op de bank. Seks kan ook een fijne manier van selfcare zijn, een warme douche of een korte meditatie. Kost allemaal (bijna) niets. Maar soms zijn er dingen nodig om je te laten ontspannen, je energie te geven of om je gelukkig te laten voelen, waar wél een prijskaartje aan hangt. En dan wil ik je graag meegeven: dat mag. Jezelf iets gunnen is ook selfcare. Ook als je daar een kleine of grotere uitgave voor moet doen. Maar je hoeft niet meteen een drieweekse retraite naar Bali te boeken (mag wel natuurlijk), het kan ook simpeler en dichter bij huis. Hieronder deel ik mijn favoriete producten en routines.

Yoyoyoga

Welkom in mijn yogahoekje. Naast mijn matje vind je er verschillende producten om mijn yoga practice makkelijker te maken, aangezien mijn lenigheid zo ongeveer 0,0 is (zeker na een half jaar niets kunnen doen). Hopelijk kan ik snel weer aan de slag! De yogablokken helpen me om een houding te verdiepen of iets zwaarder te maken, maar ook als ondersteuning als ik bijvoorbeeld mijn knie niet naar de grond krijg. Yoga is namelijk voor iedereen.


Ook zijn ze super handig voor een houding waarbij je iets onder je stuitje of tussen je schouderbladen moet leggen. Voor mij onmisbaar dus! De strap is ideaal als je bijvoorbeeld je handen naar elkaar moet bewegen achter je rug (ik noem maar een houding) en dat niet kan zonder hulpmiddel. No shame in this game! Hier vind je een mooie set mét korting.

Mijn yogablok en yogastrap op mijn fitnessmat.

Weg met die knopen!

Ik ben een behoorlijke stresskip en dat vertaalt zich in stijve spieren, met name in mijn nek en schouderbladen, maar ook in mijn heupen. Ik ga graag naar een goede massagesalon, maar thuis kun je ook veel onderhoud doen. Zo gebruik ik een foamroller voordat ik ga sporten. Deze lange is superfijn voor je nekspieren: ga op je rug liggen en plaats de roller exact in het midden van je rug. Door vervolgens met je armen bewegingen te maken (naar voren en achteren, zijwaarts etc.) maak je de spieren in je nek en bovenrug los. En met deze ballen kun je specifieke kleinere spieren aanspreken. Zo kun je bijvoorbeeld met je sleutelbeen de bal tegen een muur bewegen. Pijnlijk, maar heel effectief!

En ja, heel luxe, maar we hebben ook een massagestoel, massagekussen en dit exemplaar: want veel van de spanning in je lichaam zit in je voeten!

Geuren om je op te beuren

Geur heeft veel invloed op je humeur en gestel. Zo kan lavendel ontspannend werken en citrusgeuren staan bekend om het geven van energie. Ik kies zelf graag voor een essentiële olie die ik in mijn diffuser van Geurwolkje doe. Deze mix van geuren is bijvoorbeeld heel fijn ter ondersteuning om uit een dip te komen.

Mijn Geurwolkje diffuser met een fijne olie en een kristal van Rock Your World.

Geen diffuser in huis? Je kunt ook kiezen voor een geurkaars. Ze zijn niet goedkoop, maar de kaarsen van Woodwick zijn van sojawas en hebben een unieke lont, die klinkt als een haardvuurtje. Echt waar!

Ook ben ik fan van de speciale sprays van Rock Your World: zo spray ik deze op mijn kussen voor ik ga slapen, deze rond mijn hoofd als ik wel wat mildheid kan gebruiken en spuit ik deze op mijn yogamat.

Als ik onderweg ben, kies ik voor een handcreme met een geurtje. Stiekem aan mijn polsen ruiken. Dit is mijn absolute favoriet!

Spetter pieter pater

Een warm bad werkt voor mij ook heel ontspannend, omdat ik dan echt even niets kan of hoef. Al ga ik dan wel vaak mijn nagels lakken. 😉 Om de sfeer rustgevend te maken, zorg ik voor fijne dingen, zoals een ontspannende badolie, een zachte spons en een lekker oogmasker. Tip: koop een kussen voor in bad. Ik vind dat zelf zo fijn om mijn nek te ondersteunen én het zorgt ervoor dat mijn haar enigszins droog blijft. Die van mij is uitverkocht, maar deze lijkt me ook fijn. En deze staat hoog op mijn verlanglijstje, hahaha!

Schrijven om bij jezelf te blijven

Schrijven is voor mij echt een uitlaatklep. Ik heb daar verschillende boekjes voor. Eentje voor dankbaarheid, eentje voor geleerde lessen en eentje voor mijn dagelijkse gedachten en gevoelens, bijvoorbeeld. Ik kies het liefst boeken die mooi zijn of een inspirerende kaft hebben en die ik makkelijk mee kan nemen. Ik vind deze bijvoorbeeld top qua tekst op de cover, maar die van Paperblanks zijn ook altijd zo mooi én praktisch met magneetsluiting. Je kunt in plaats van voor een lege journal ook gaan voor een notitieboek met een specifiek doel, zoals dit dankbaarheidsdagboek of deze die gericht is op positiviteit, dankbaarheid en productiviteit. Dagelijks schrijven zorgt voor een vast selfcare momentje én meer inzicht in jezelf.

Soms schrijf ik uit mezelf wat ik voel en wat me bezig houd, maar soms kan ik daar wel wat hulp bij gebruiken. Ik heb daarom meerdere kaartendecks met vragen, opdrachten of thema’s die me aan het denken zetten. Ik heb zelf onder andere het Inner Compass Cards deck, de Mindvoelkaartjes en de Check-in cards.

In mijn schrijfhoekje staan ook dingen die me een bepaalde energie geven: ontspanning, blijheid of vertrouwen in de toekomst. Lieve kaarten van geliefden, bloemen, een boek met wijsheden, een kaars en kristallen. Kristallen zijn niet alleen mooi en hebben bijzondere werkingen, maar het zijn ook mooie tastbare reminders om beter voor jezelf te zorgen of om je aan je intenties te herinneren. Deze set is bijvoorbeeld een goede als je onrustig bent. Amethisten zijn ook heel populair. Bij mij ligt er één op mijn nachtkastje.

Een van de Inner Compass Cards. met daaronder het doosje dat erbij hoort en de Check-in-cards/

Mediteren kun je leren

Hoewel meditatie voor mij echt goed werkt, heb ik er van nature geen talent voor. Ik moet mezelf er echt toe zetten en de juiste omgeving creëren. Het liefst heb ik dus een rustgevende omgeving. Een fijn meditatiekussen (deze staat op mijn wishlist!) of yogamat helpen daarbij. Let goed op de hoogte van het kussen, want als je niet heel flexibel bent (zoals ik!) is een hoog kussen vaak hoog gegrepen. Ik heb zelf deze. Je kunt ook kiezen voor een kussen waar je de vulling uit kunt halen of juist kunt bijvullen.

Onmisbaar is voor mij mijn oogmasker. Deze is mooi én ruikt lekker: er zit biologische lavendel in. Tip: om stil te blijven liggen én mijn lichaam dwingen te ontspannen ga ik vaak op mijn spijkermat liggen. Niet stiekem afleiding zoeken op je telefoon dus!

Een Flowee spijkermat op mijn yogamat. Rechts yogablokken.

Ik heb vaak een geleide meditatie nodig: als ik het zelf doe, dan dwaal ik veel te snel af in gedachten. Ik kies zelf voor een stem die ik prettig vind en ik vind het ook fijn als er prettige muziek is. Zo gebruik ik bijvoorbeeld de app van Meditation Moments. Ben ik naast ontspanning juist op zoek naar antwoorden of wil ik mijn grootste dromen realiseren, dan kies ik voor de app van House of Deeprelax voor een yoga nidra sessie. En Rock Your World heeft bijvoorbeeld een speciale slaapmeditatie! Zorg wel voor goede oordopjes, zodat je niet afgeleid wordt door omgevingsgeluiden.

En binnenkort…. hoop ik aan mijn collectie selfcare producten mijn eigen rouw journal en kaartendeck toe te voegen. Houd mijn account dus in de gaten!

Heb je nog vragen over een van de producten of over mijn routines? Stel ze in de commentsectie!

PS Deze blog bevat affiliate links. Dat betekent dat ik een kleine commissie krijg als je iets bestelt nadat je op de link hebt geklikt. Dit kost jou niets extra’s. Belangrijk: ik deel nóóit alleen dingen waar ik echt fan van ben en die ik zelf zou kopen of gekocht heb. En niet alle links zijn affiliate links. 🙂

Doe-het-lekker-zelf-care

Selfcare egoïstisch? Helemaal niet. Het is juist hard nodig om overeind te blijven in zware tijden als rouw. Bovendien is het juist heel sociaal naar je directe omgeving. Ik zeg niet voor niets vaak voor de grap (maar ook ergens serieus) tegen mijn geliefden: “Zorg goed voor jezelf, dan hoef ik het niet te doen!”

Maar hoe doe je dat dan, goed voor jezelf zorgen? Nou, dat doe je door ruimte te maken voor dat wat jij nodig hebt. Weet je niet wat je nodig hebt? Dan is de eerste stap in je selfcare ruimte maken om te voelen wat je behoeften en wensen zijn. Om je op weg te helpen, deel ik een klein stappenplan met je.

Claim je ruimte

Of het nu een yogaplekje is, een bureautje om aan te schrijven of juist een fijn hoekje om in te lezen, zorg dat er in huis een vierkante meter (of liever twee of vier) waar jij tot rust komt of juist energie krijgt. Zo laad ik zelf graag op in bad en zorg ik dat daar een fijne geurkaars staat en dat ik verwarmende badolie in huis heb. Zorg dat er fysiek ruimte is voor dat wat jou helpt in je rouw. Dus sleep gerust een hometrainer het huis in, als dat is wat jij nodig hebt.

Claim je tijd

Wist je dat er 1440 minuten in een dag zitten? Daar kun je er echt wel vijf (of vijftien of zelfs zestig) van voor jezelf nemen, hoor. Is genoeg voor een korte meditatie, een wandeling of een reflectie schrijven in je journal. Tip: baken die tijd ook af. Zet het in je agenda en deel het met je partner, kinderen of andere huisgenoten. Je hebt die tijd nodig!

Vraag hulp

Je omgeving om hulp vragen kan moeilijk zijn, maar is zo’n mooie manier van zelfzorg. Want hoewel zij voor jou zorgen, is het feit dat je hulp vraagt (en/of hulp aanneemt!) echt wel selfcare! Vraag bijvoorbeeld om een uurtje oppas, zodat jij de erfbelasting kunt regelen. Vraag of iemand boodschappen kan doen, zodat jij een keertje naar yoga kunt. Of vraag of iemand voor je kookt, zodat jij een dutje kunt doen. Rouw kan verlammend of uitputtend werken en dan is het normaal dat dagelijkse activiteiten als het huishouden even niet lukken. Hulp vragen is dan helemaal oké. Daar heb je vrienden voor.

Vraag professionele hulp

Voor veel mensen is het nog taboe, maar er is niets mis met professionele hulp vragen. De wachtlijsten bij de GGZ bedragen niet voor niets zo’n veertien weken – en dat is dan weer niet zo gek, aangezien bijna 43 procent van de Nederlanders te maken krijgt met een psychische aandoening. En vergis je niet: therapie is hard werken. Aankloppen bij bijvoorbeeld een psycholoog is dan ook niet zwak, maar juist een teken van kracht. (Op zoek naar alternatieve therapie? Lees hier binnenkort meer.)

PS Ben je benieuwd naar mijn favoriete selfcare items? Je leest het hier!

Mij een zorg!

Als er iets belangrijk is in een rouwproces, dan is het wel zorg. En nu denk je misschien: ja, ik zorg genoeg! Nou lieve jij, daar twijfel ik niet aan. Maar wordt er ook voor jou gezorgd? Want dat is minstens zo belangrijk. Daar zijn we alleen vaak niet zo goed in, voor onszelf (laten) zorgen. Toch is het heel belangrijk. En misschien kan ik je daarvan overtuigen, want ik denk dat ik je een beetje ken. Ja echt, lees maar door.

Vind jij dat je mensen niet mag belasten met je problemen?

Tien tegen een dat jouw antwoord ‘ja’ is. Of in ieder geval een beetje. We zijn gewend om onszelf weg te cijferen, we hebben geleerd dat ons verdriet of onze pijn er niet mag zijn en we voelen ons al snel te veel. Maar weet je, de mensen om je heen zien vaak heus wel dat het niet goed met je gaat. En die houden van jou en willen niets liever dan dat het goed met je gaat. De energie die ze kwijt zijn aan zorgen vóór jou, besteden ze liever aan zorgen vóór jou. En dat kan echt al heel eenvoudig zijn. Je moet alleen een paar drempels over.

Accepteer hulp

Een lekkere inkopper, maar vaak vinden we dat minstens zo moeilijk als het vragen. Als iemand iets aanbiedt waar je heel blij van wordt, accepteer het dan. Hoe concreter het aanbod, hoe groter de kans dat iemand je echt heel graag wil helpen. Je biedt toch niet aan om voor iemand te stofzuigen als je dat niet zelf zou willen? (Ook een goede tip voor jezelf als jij hulp aanbiedt: doe dat wat je kunt geven op dit moment en ook niet meer dan dat.) Juist. Dus laat die buurvrouw een kwartiertje het gras maaien, vraag je broer of hij een paar boodschappen voor je wilt meenemen of vraag die vriend die goed is met financiën je even te helpen met je belastingaangifte.

Vraag hulp

Ja, hulp vragen is spannend. Ik worstel daar zelf ook nog steeds mee. Maar bedenk maar hoe graag jij zelf anderen helpt, als je dat kunt. Hoe blij je bent dat je iets voor iemand kan doen, omdat je je zo machteloos voelt. En waar ben je bang voor? Voor een ‘nee’? Het zal je verrassen hoe weinig je een nee te horen zult krijgen. En krijg je er wel een keer één, dan is dat geen afwijzing naar jou. Dan is dat een teken dat iemand zelf niet in de mogelijkheid is om iets voor je te betekenen en dat eerlijk aangeeft. Mooi lesje in grenzen aangeven: kun jij misschien iets van leren.

Schaam je niet

Zeg het maar hardop tegen die strenge stem in je hoofd: jij hoeft je nergens voor te schamen. Je hoeft je niet te schamen voor de troep in je huis, voor je vaatdoek-look of voor het feit dat je hulp nodig hebt. Je bent een mens en je maakt iets heftigs door. Dat begrijpt iedereen. Wat niemand begrijpt, is dat jij het belangrijker vindt om je keuken te poetsen als er iemand voor je wilt zijn, dan dat je goed voor jezelf zorgt. Echt hoor.

Voel je niet schuldig

Het is niet erg als jij op de bank ligt, terwijl je vriendin je onkruid staat te wieden, omdat je supermoe bent. Het is niet erg als je wel een ovenschotel van je buurman aanneemt, maar geen ruimte hebt om even te praten. Het is oké dat je het niet kunt opbrengen om iets terug te doen voor die collega die jouw werkt overneemt. Want weet je: dat hoeft ook helemaal niet. Menselijke relaties bestaan op basis van geven en nemen, maar er is geen weegschaal die altijd precies in balans moet zijn. Jóuw weegschaal moet in balans zijn. Je kunt niet meer geven dan je te geven hebt. Dat geldt ook voor de ander. Je mag erop vertrouwen dat de relaties die je hebt gebaseerd zijn op liefde, waardering en respect en niet op hoeveel je geeft. Je mag er ook op vertrouwen dat er echt weer een moment komt dat je wel iets kunt geven (niet terug geven!). En je mag er ook op vertrouwen dat de ander dat ook weet. Je hebt het moeilijk genoeg, give yourself a break!

Ontzorgen door voor jezelf te zorgen

Ben jij er nog steeds niet van overtuigd dat je anderen niet met jouw problemen mag belasten? Dan ga ik nu even heel streng zijn. Als jij nu niet goed voor jezelf (laat) zorgen, dan heb je kans dat het straks nóg slechter met je gaat. Ben je niet alleen in rouw, maar kom je ook in een depressie. Raak je in een burn-out. Ben je langdurig mentaal of zelfs fysiek ziek. En dan? Dan ben je nog veel verder van huis. En je omgeving ook. Want dan heb je veel meer zorg nodig dan dat ene goede gesprek, die ene pan soep of die ene autolift. Dus voor jezelf (laten) zorgen is óók voor de ander zorgen. Ha!

Ik wens je veel succes bij het toelaten van en vragen om hulp. Ik gun het je zo. En je geliefden ook. Dus luister niet naar die schuldinducerende of strenge stem in je hoofd, zeg ‘ja, graag’ waar je normaal ‘nee’ zou zeggen en misschien durf je binnenkort zelfs zelf te vragen waar je behoefte aan hebt. Wat is het eerste stapje dat jij vandaag gaat zetten?

Negatieve emoties bestaan niet

Noem jij angst een negatieve emotie? Vind jij dat verdriet er niet mag zijn? Vind je boosheid maar een lelijk iets? Dan is het misschien tijd om met een vernieuwde blik te kijken naar die emoties – de jouwe én die van anderen. Iedere emotie is namelijk nuttig en nodig.

De vier B’s

In de basis hebben we vier emoties, ook wel de vier B’s genoemd: bang, boos, bedroefd en blij. Alleen de laatste zien we als een zogenaamde positieve emotie. De andere drie willen we vaak liever niet voelen en misschien nog wel liever niet zien bij een ander. Terwijl alle emoties hun functie hebben. Maar voor we daarbij komen, is het goed om te bekijken wat een emotie nu eigenlijk is.

Wat is een emotie?

Het woord ‘emotie’ komt van het Latijnse ‘emovere’. Het betekent: energie in beweging. Emoties zijn dus energieën die in beweging zijn, maar die ook ons in beweging zetten. Het zijn namelijk boodschappers, die ons wijzen op onze behoeften en wensen. Ze bepalen voor een deel ons gedrag en zetten ons dus zo in beweging.

Emoties zijn vaak heel primair. Dat komt doordat ze lichamelijk zijn. Nog vóórdat je rationeel hebt nagedacht heb je een gil geslaakt van angst, een gat in de muur geslagen van woede of lopen de tranen over je wangen van boosheid. Emoties zijn lichamelijk reacties op wat we voelen. Want emoties zijn géén gevoelens. Gevoelens zijn langdurig van aard, terwijl emoties komen en gaan. Zo kun je bijvoorbeeld een gevoel van onrechtvaardigheid ervaren en je over dat onrecht heel boos maken of juist er verdrietig over zijn.

Wat moeten we met die emoties?

Zonder emoties zouden we heel vlakke en saaie wezens zijn. Want hoe leuk is het dat we bijvoorbeeld een gevoel van extase kennen, maar ook lust, vreugde of kinderlijke blijheid? Je bezorgd voelen lijkt soms zwaar, maar is het niet ook juist een uiting van liefde en verbinding met iemand anders of met onze omgeving? Zonder schuldgevoel zouden we geen moreel kompas hebben. En paniek is een beschermend mechanisme voor dreiging van buitenaf. Allemaal heel functioneel dus.

Instaperfect

Hoewel het dus niet wenselijk is om vlak te zijn of maar één soort emoties (‘blij’) te kennen, laten we toch onze minder gewenste emoties niet vaak zien. Ze lijken niet te passen in het #instaperfect plaatje, waarin alles goed gaat en we altijd gelukkig zijn. Terwijl iedereen weet: dat plaatje is totaal niet realistisch.


Kwetsbaar durven zijn, zorgt juist voor echte verbindingen. We associëren kwetsbaarheid met risico’s, zwakte en falen, terwijl het volgens auteur en hoogleraar Brené Brown juist de basis is van alle mooie dingen in het leven als liefde, vertrouwen en vreugde. Zonder emoties geen sociale verbindingen. Zonder emotie geen verbinding met jezelf. Dus wees trots als je emotioneel bent: je bent een voorbeeld. En een mens. Dat ook.

PS Heb je mijn artikel over het taboe op huilen in &C magazine gelezen? Vind je waarschijnlijk ook interessant!

Hoe kom je bij je gevoel?

Herken je dat, dat je even niet meer weet wat je wilt? Rouw kan zo overweldigend zijn dat je uit verbinding raakt met jezelf. Je voelt zó veel tegelijk, dat het je verwart. Want je bent boos, verdrietig, gefrustreerd, bang, dankbaar en somber tegelijk. Óf wat je voelt is zo heftig, dat je het wegstopt. Even niets voelen lijkt de oplossing. Maar dan ga je uit verbinding met jezelf en voel je niets meer. Ook de leuke en fijne dingen niet meer. Je weet niet eens meer wat je wilt ontbijten: je gevoel lijkt weg.

Ik zeg expres ‘lijkt’, want echt weg is het natuurlijk niet. Je bent nog steeds een mens en dus heb je gevoelens. Maar hoe kom je daar weer mee in aanraking? Allereerst vind ik het belangrijk om te benoemen dat alle emoties er mogen zijn. In deze blog lees je daar meer over. Dus ben niet bang voor een emotie als angst of verdriet. Hoewel het je een naar gevoel kan geven, is het een gevoel dat ook aandacht verdient. Probeer er niet over te oordelen (label het niet als een ‘negatieve emotie’), maar laat het er zijn.

Daarnaast is het goed om te weten dat het niet voelen vaak veroorzaakt wordt door denken. Zoals je met je gedachten over je emoties oordeelt (zwak, onprettig, ongepast etc.), ben je eigenlijk continu bezig te analyseren wat je voelt. En dat betekent dat je heel veel in je hoofd zit. Terwijl voelen, dat gebeurt in je lichaam. Deze blog had dus ook kunnen heten: hoe kom je in je lichaam? Goed, tijd voor de tips.

Just breathe

Bewust adem halen is een heel krachtige manier om terug te komen bij jezelf. Door te focussen op je ademhaling, richt je je aandacht op je lichaam en ga je dus uit je hoofd. Dat kan al heel simpel door je te focussen op een buikademhaling in plaats van een ademhaling die hoog in je borst of zelfs keel zit. Heb je veel stress, dan adem je vaak te snel, te oppervlakkig of te hoog, wat zich vertaalt in nog meer stress. Dat kan weer andere klachten opleveren, zoals spierspanning of duizeligheid.
Maak je buik bol op een inademing en weer platter met een uitademing. Adem in door je neus en uit door je mond. Adem drie seconden in, houd een seconde vast en vier seconden uit. Adem door je ene neusgat in en door de andere uit (dicht duwen met een vinger) en wissel van kant. Door de focus ga je uit je hoofd en wordt ademen meditatief – mediteren is niet voor niets grotendeels op je ademhaling gericht.

Breathwork

Ga je een stapje verder, dan kun je een sessie breathwork proberen. Breathwork richt zich uiteraard ook op bewuste ademhaling, maar het verschil is dat het je dichter bij je onderbewustzijn brengt. Daardoor leidt breathwork tot bijzondere ervaringen, die soms heel emotioneel kunnen zijn, omdat je door blokkades heen kan breken. Zo kom je meer in verbinding met jezelf.

Houd er rekening mee dat als je nieuw bent in breathwork of snel last hebt van duizeligheid (hoi!) of kortademigheid je kiest voor een beginnerssessie. Anders kan het best heftig zijn.

Work it out?

Om emoties op te zoeken die ver weg zitten, kan het helpen om een flinke yang sport te doen. Zeker als je veel last hebt van opgekropte woede, is een potje stevig trappen tegen een boksbal, keihard tegen een bal slaan met een tennisracket of gewoon de benen onder je lijf uit rennen een goede remedie. En hoe meer inspanning, hoe minder ruimte voor gedachten. Niet schrikken voor wat er soms naar boven komt: laat het maar naar buiten, want het moet er blijkbaar uit. Lekker dansen op je favoriete nummers (en mee schreeuwen!) kan ook helpen!

Artwork van Lisette Wiebes voor House of Deeprelax

Ruimtevaardertje spelen

Yoga nidra is een soort van ruimtereis maken: je bent even van de wereld, alsof je uit je lichaam zweeft. Maar huh, het was toch de bedoeling om in je lichaam te komen? Zeker, maar yoga nidra gaat dus nog een stapje verder. Doordat je in een soort slaapstand terecht komt, kom je heel dicht bij je dromen, doelen en wensen. Bij House of Deeprelax heb je een paar gratis sessies. Uitproberen dus!

Meer tips en voorbeelden? Volg binnenkort een van mijn trajecten van rouwpad!

7 boeken die je kunt geven aan iemand in rouw

Toen ik diep in de nacht (of heel vroeg in de ochtend, hoe je het maar bekijkt) thuis kwam nadat papa was overleden, bleek er een pakketje in de brievenbus te zitten. Het was een boek, als troostend cadeau van mijn collega’s. Vol woorden en beelden die je zelf vaak niet kunt vinden. De timing kon niet beter, ookal sloeg ik het pas een paar weken later open. Dat is het voordeel van boeken: het zijn cadeaus die niet veel ruimte in beslag nemen en die je niet meteen hoeft te gebruiken. Je kunt ze laten liggen tot een passend moment. En oja, het is ook een cadeau dat je makkelijk doorgeeft als je het niet meer nodig hebt! Hieronder deel ik daarom fijne boeken die je iemand kunt toesturen die te maken heeft met verlies. De boeken zijn troostend, hoopgevend en steunend. Ze gaan in principe dus niet over rouw. En oja, je kunt ze natuurlijk ook gewoon voor jezelf kopen! 😉

De jongen, de mol, de vos en het paard

Het is een prentenboek voor volwassenen, het is poëzie en het is een verhaal vol levenswijsheden. Geschreven door Charlie Mackesy (volgtip voor steunende en hoopvolle plaatjes), vertaald door Arthur Japin.

Een hart onder de riem

Bemoedigende woorden in de vorm van dierenverhalen.

Dood gewoon gaan hemelen

Gedichten voor als je naar woorden zoekt.

Het is oké om je niet oké te voelen

Dit boek gaat wél over rouw, maar alleen al de titel is een mooie boodschap voor de ontvanger. Eén van mijn persoonlijke favorieten.

Grote panda en kleine draak

Nog zo’n pracht van een prentenboek voor volwassenen, maar dan met de focus op het vertrouwen in een goede afloop. Voor de filosofen onder oms!

Dingen die je alleen ziet als je er de tijd voor neemt

Een prachtig boek over mindfulness: vind rust in hectische tijden.

Een handjevol troost

De titel zegt al genoeg: een fijne bundel voor iemand die wel wat woorden van troost kan gebruiken.

Wil je iemand een hart onder de riem steken? Zeg het met boeken. Diegene zal zich gehoord, gezien en gesteund voelen.

PS Deze blog bevat affiliate links. Dat betekent dat ik een kleine commissie krijg als je iets bestelt nadat je op de link hebt geklikt. Dit kost jou niets extra’s. Belangrijk: ik deel nóóit alleen dingen waar ik echt fan van ben en die ik zelf zou kopen of gekocht heb.

Kwijt

“Je raakt me kwijt… het is de waarheid.” Of het nu gaat om een liefde die bij je weggaat (zoals in het lied van Marco Borsato) of om iemand die overlijdt, we hebben het vaak over ‘kwijt raken’. Dat vind ik een gekke uitdrukking. Een sleutelbos, die raak je kwijt. Of je leesbril. Het voordeel van dingen kwijt raken is dat je ze ook weer kunt terug vinden. Maar iemand die overlijdt, die ben je doorgaans niet kwijt – uitzonderingen daargelaten. Je weet waar diegene begraven is, waar de urn staat of je kunt het lichaam terug vinden bij wetenschapsmuseum Body Worlds. Maar de persoon die je verloren (verloren is al een beter woord, wat mij betreft) hebt, die krijg je niet meer terug.

Identiteitscrisis?

Er zijn wel andere dingen die ik kwijt ben geraakt toen mijn vader overleed, waarvan ik hoop dat ik ze terug vind of opnieuw vind. Sommige mensen raken zichzelf helemaal kwijt op het moment dat iemand ze ontvalt. Dat is niet zo gek, als iemand een grote rol speelt in je leven of gewoonweg een groot onderdeel van je leven is. Dat kan een familielid zijn, maar ook een vriend. Hoewel ik – gelukkig! – mezelf niet helemaal ben kwijt geraakt, is er zeker wel een stukje van mijn identiteit verloren gegaan. Misschien is dat tijdelijk. Maar de Myrthe die was, die is niet helemaal meer. Ik kijk anders tegen dingen aan: wat is nou belangrijk in het leven? (Binnenkort volgt een blog met een antwoord op die levensvraag.) Dat stukje identiteit is dus weer vervangen door een ander stukje, namelijk de bewust in het leven staande en in het hier en nu levende Myrthe.


Over die identiteit gesproken: op Instagram schreef ik onlangs een post over een lancune in de Nederlandse taal: waarom hebben we wel een woord om aan te duiden dat je geen partner (weduwnaar/weduwe) of ouders (wees) meer hebt, maar niet om aan te geven dat je bijvoorbeeld je broer, zus, één ouder of je kind hebt verloren? Ik stelde de vraag of ik dan nu halfwees was? Geen woord daarvoor hebben betekent dat ik geen uitdrukking kan geven aan mijn nieuwe identiteit, die zonder vader. Ik mis een woord waarin ik het gemis kan uitdrukken.

Familieverhoudingen

Een ander stukje dat ik kwijt ben, is de familie zoals ik die had. Dat klinkt tragischer dan het is, maar het is serieus genoeg om het wel te bespreken. Het is namelijk niet alleen zo dat er iemand ontbreekt in het gezin zoals je dat kent. Alle verhoudingen veranderen. Had ik dat jaren geleden toegejuicht, nu vind ik het soms ingewikkeld. Laat ik dat uitleggen.

Als je nog een kind bent, zijn de rollen in het gezin duidelijk: ouders zijn je ouders. Zij zijn verantwoordelijk voor jou en bepalen grotendeels hoe je leven eruit ziet, aan de hand van wat zij denken wat goed voor je is: wat je eet, hoe laat je naar bed gaat of naar welke basisschool je gaat. Het oudste kind doet alles als eerste, de jongste is het kleintje. Maar hoe ouder je wordt, hoe minder je ouders bepalen en hoe meer de rollen van ‘oudste’ en ‘jongste’ kind vervagen. Je wereldbeeld wordt niet alleen bepaald door wat je van huis mee krijgt, maar ook door je vrienden en door de media. Je maakt steeds meer je eigen keuzes. En als je eenmaal werkt, je eigen woning en bijbehorende huishouden hebt, kom je daar steeds meer los van. Toch blijven veel gezinnen hangen in de traditionele rollen. Ouders blijven vaak moederen en vaderen, de oudste voelt zich verantwoordelijk en de jongste wordt nog steeds gezien als het kleintje. Het is soms moeilijk om die rolverdeling te doorbreken. En dat wilde ik maar al te graag; als middelste ben je niet de oudste en niet de jongste en dus ben je een beetje niksig. Ik was volwassen geworden en wilde niet meer behandeld worden als een kind of als een jongere zus. Want hoe ouder je wordt, hoe minder leeftijd of leeftijdsverschil zegt. Ieder heeft z’n eigen proces en dat is na je 20e niet meer opgehangen aan een leeftijd, wat mij betreft. Maar voor ouders is dat loskomen nog het allermoeilijkst. Het liefst behoeden ze je nog steeds voor fouten, zorgen ze voor je als je ziek bent en denken ze mee met iedere keuze die je maakt. Maar bij volwassen worden, hoort het dat je die dingen zelf gaat doen. Of met bijvoorbeeld een partner.


Maar nu is alles anders. De verhoudingen zijn veranderd zonder dat we dat willen. Ik heb geen vader meer en ik heb een moeder die weduwe is. Een familie die in de rouw is. Mijn moeder is haar levenspartner kwijt geraakt, haar grote liefde. Zij is waarschijnlijk een groter stuk van haar identiteit kwijt dan dat ik dat ben. Haar toekomst ziet er anders uit. De rol van mijn vader wordt soms (in welke vorm dan ook) overgenomen. Soms door mijn broer, soms door mijn zwager, soms door mijn zus, schoonzus, vriend en mijzelf. En soms door ons allemaal. Wat zou hij gezegd hebben? Wat zou hij doen? Het gezin zoals ik dat kende krijg ik niet meer terug.

Het grootste abstracte verlies

Het grootste verlies zit ‘m voor mij in iets waarvan ik er nooit genoeg waarde aan toe heb gekend toen ik het nog had. Iets waarvan ik eigenlijk zeker weet dat het niet meer terug komt. Iets wat zo vanzelfsprekend was, maar waar ik me niet bewust van was. Onbezorgdheid. Ik ben mijn onbezorgdheid kwijt. Dat waarvan ik dacht dat het me pas zou overkomen als ik minimaal 20 jaar ouder was is me nu al overkomen. En ook al is het niet zo dat ik iedere dag bang ben dat ik mijn moeder, mijn vriend of een andere geliefde verlies, toch is die zorg meer aanwezig dan het ooit was. Ik heb een reality check gehad: het leven is eindig. Je kunt pech hebben. Het kan iedereen overkomen. En de tijd dat ik dat niet had, die komt niet meer terug.

Wat ik wél heb gevonden

Er is wel iets anders voor in de plaats gekomen: bewustwording. Niet alleen in de angstige betekenis, als het gaat om de eindigheid van het leven en zo. Maar ook de positieve kant: ik moet nú leven. Nu genieten. Het leven is te kort om je druk te maken om dingen die er niet toe doen. Dingen waar ik me eerder wel druk over maakte. Dingen waar andere mensen zich nog steeds druk om maken, omdat ze niet weten dat onbezorgdheid zo’n groot goed is. Dingen die zonde zijn om je zo druk om te maken, omdat er zoveel belangrijkere dingen in de wereld zijn. Zo maak ik me niet meer (of minder) druk om de stapel was die nog opgevouwen moet worden. Ik werk niet meer standaard over, want het is maar werk. En ik kan me niet meer zo druk maken om het missen van een bus of in de file staan. De wereld draait nog steeds door. En zo is er toch sprake van een soort van onbezorgdheid: ‘minder bezorgdheid’, zou ik het willen noemen. Ik sta bewuster in het leven. En ook dat is een groot goed. Ik ben iets kwijt geraakt, maar heb ook iets gevonden.

Opgeruimd staat netjes!?

Wie mij een beetje kent weet dat ik geloof dat een opgeruimd huis enorm bijdraagt aan een opgeruimd hoofd. En een opgeruimd hoofd helpt je bij het loslaten van dat wat je niet meer dient: je geeft je hoofd het goede voorbeeld door spullen los te laten. Dus als ik het even niet meer weet, keer ik een keukenlade ondersteboven, trek ik al mijn kleren uit de kast of duik ik achter het luik op zolder om te zien of daar nog dingen staan waarvan ik vergeten was dat ik ze had – ik geloof namelijk dat in 90% van de gevallen je die spullen ook niet hoeft te bewaren. Ik kan daar ook in doorslaan overigens; als ik niet wil voelen, dan ga ik bijna obsessief poetsen en opruimen. En dat werkt averechts. Maar meestal gaat het op een gezonde manier.

Mijn vriend Dennis en ik dan ook al jaren bezig met decluttering. Minder kopen, bewuster kopen en weg doen waar je niet blij van wordt (wat geen joy sparkt, zoals Marie Kondo zou zeggen). Onterecht denken veel mensen dat minimalisme betekent dat er niets in je huis staat. Voor mij betekent het dat je duurzaam consumeert. Dat je niet impulsief spullen koopt, maar juist bewust nadenkt over dat wat je nodig hebt en wat je gelukkig maakt. Dat je kwalitatief koopt in plaats van wegwerpproductie. Dat je je niet te veel laat leiden door mode en trends, maar door je eigen smaak. Dat doe ik zoveel mogelijk.

Wat ik sinds twee jaar wel lastig vind, is dat het kan zijn dat ik nú niet zoveel waarde hecht aan bepaalde dingen, maar dat dat zomaar kan veranderen. Zo vond ik laatst een briefje van mijn vader van toen ik nog klein was. Ik was verbaasd dat ik die niet had weggegooid, maar was er nu dankbaar voor. Dat geldt ook voor mailtjes, appjes en sms’jes. Als ik hem heel erg mis, ga ik weer even door onze digitale gesprekken en dat biedt troost.

Een ander voorbeeld: ik bladerde vorige week door mijn agenda van 2020 en al bij januari verscheen er een lach op mijn gezicht. Ik zag een notitie dat mijn vader langs zou komen op een zaterdagochtend en ik herinner me die bewuste ochtend nog goed. Ik woonde nog maar net in mijn huis en mijn vader genoot ervan dat ik dichterbij woonde. Terwijl Dennis nog in bed lag na een lange nacht, perste ik sinaasappels en sneed ik een stukje versgebakken cake af voor papa. Klein genot. Twee weken later gingen we samen naar een theaterstuk, zag ik in diezelfde agenda. De tickets waren mijn cadeau voor zijn verjaardag. Fijne herinneringen.

Dan bekruipt me een ongemakkelijk gevoel: heb ik niet te veel weggegooid? Briefjes, kaarten of gewoon spullen die nu geen emotionele waarde hebben of onbenullig voelen, kunnen ineens belangrijk voor me worden als ik de afzender verlies… Zo ging ik direct op zoek naar een stropdas (daarover later meer) die ik van mijn vader kreeg toen ik hoorde dat hij ongeneeslijk ziek was, in de angst dat ik ‘m weg gedaan had. Spoiler alert: ik had ‘m wonder boven wonder nog.

Tegelijkertijd weet ik: de herinneringen zitten in je hoofd en daar heb je niet per se een fysiek aandenken voor nodig. Dus hoe blij ik ook ben met zijn spijkerjasje dat aan mijn kapstok hangt, met zijn handschrift op dat bewuste briefje van 25 jaar geleden of een interessant boek dat ik van hem heb gekregen, ik krijg een even grote glimlach op mijn gezicht als ik terugdenk aan onze mooie momenten in januari vorig jaar. Ik bewaar die in mijn hart en jullie weten het, die raak je niet kwijt.

Alle clichés zijn waar: je begrijpt het pas als je het zelf meemaakt

Cliché 3: je begrijpt het pas als je het zelf meemaakt (en toch ook niet). Ik ben een behoorlijk empathisch persoon. Een gevoelig mens. Ik kan me vaak goed in anderen verplaatsen en doe daar ook mijn best voor. Althans, dat gaat vaak onbewust. Ik probeer me voor te stellen waar iemand doorheen gaat. Wat je denkt, voelt, doet. Maar zeker weten doe ik het niet. Enerzijds omdát ik het niet meemaak. Anderzijds doordat iedereen anders is en dus ook dingen anders beleeft.

Toch merk je vaker wel dan niet het verschil in (a) mensen die iets vergelijkbaars (heftigs) hebben meegemaakt, (b) mensen die door tegenslagen, trauma’s en andere teleurstellingen getekend zijn of (c) mensen die zich in je proberen te verplaatsen en (d) de mensen die dat allemaal niet hebben, zijn of doen. Mensen die tot één van de eerste drie categorieën behoren, wisten vaak waar ik behoefte aan had. Soms nog beter dan ik zelf. Het ene moment wilde ik namelijk heel graag mijn verhaal doen, praten over mijn worstelingen, zorgen, emoties. Het andere moment wilde ik er even niet aan denken en zocht ik afleiding. En soms wilde ik gewoon even met rust gelaten worden. Die mensen om me heen zeiden of deden de dingen die ik nodig had, stelden de juiste vragen. Ook als ze vóór die periode verder van me af stonden.



Anderen drongen zich op of toonden juist totaal geen interesse. Vielen me bijvoorbeeld lastig met dingen waar ik toen helemaal geen interesse in had. Begrijp me niet verkeerd: iedereen heeft z’n eigen problemen en iedereen heeft recht op z’n eigen worstelingen. Als je gaat vergelijken is er altijd wel iemand die het moeilijker heeft dan jij en er is ook altijd wel iemand die het minder zwaar heeft dan jij. Maar op het moment dat er zoveel levensbepalende uitdagingen in mijn leven waren, kon ik weinig begrip opbrengen voor mensen die mopperden over dingen waar ze zelf invloed op hebben of klagende mensen die niet inzien hoe goed ze het eigenlijk hebben. Ook als zij vóór die periode juist heel dicht bij me stonden. Ik kon daar niet zo goed (meer) tegen. Zij begrepen mij niet, maar ik begreep hen ook niet meer. Want waarom waren ze zo ondankbaar, genoten ze niet van het leven en de (relatieve) onbezorgdheid?

Ik hoop dat ik blijf genieten van de kleine dingen in het leven, zoals de piepende vogeltjes in het vogelhuisje in de achtertuin, een kopje verse thee op bed, de geur van het groen tussen de stoeptegels als het net geregend heeft, met een goed boek in bad liggen, het gevoel van het aantrekken van nieuwe sokken of het luisteren van een geweldig mooi lied (om er maar eens een paar te noemen). Dat ik dankbaar blijf voor de dingen die ik heb en die goed gaan. Dat ik actie onderneem wanneer ik niet gelukkig ben als het gaat om de controleerbare dingen in het leven.
Zodat ik niet verval in me druk maken om dingen waar ik geen invloed op heb (of nog erger: waar ik wél invloed op heb, maar waar ik niets mee doe) en die eigenlijk niet zo belangrijk zijn, waardoor ik niet geniet van het hier en nu. Het leven is echt te kort om je druk te maken om niets. Sterker nog: het wordt er vaak drukker van. Leef nu. Geniet. En wees dankbaar.

Heb je de blog over het cliché ‘je denkt dat het jou niet overkomt‘ al gelezen? Dat gaat over de onbezorgdheid waarmee we in het leven staan, waarin ziekte en dood een ver-van-mijn-bed-show lijken.

Hier lees je de blog over het cliché ‘je hele wereld staat op z’n kop‘, waarin ik inga op die onbezorgdheid, maar ook uitleg dat alles anders lijkt te zijn of te kunnen worden. Zoals die vriendschappen die veranderen, omdat je elkaar niet (meer) begrijpt.

Alle clichés zijn waar: je hele wereld staat op z’n kop

Cliché 2: je hele wereld staat op z’n kop. Althans, zo voelt het. Het lijkt of niets hetzelfde is. Dat is natuurlijk niet waar. Ik had nog steeds mijn baan, mijn vriend was nog steeds mijn vriend en mijn vrienden waren nog steeds mijn vrienden. En mijn vader was er ook nog steeds, maar dan ziek. Tijdens de uitvaart was dat een van de thema’s waar ik over sprak: hoe alles leek te veranderen en de tijd stil leek te staan, in een wereld die gewoon doordraaide.

Maar alles voelde anders. Mijn kijk op dingen werd anders. Op het leven, op wat belangrijk is, op mijn relaties, op de betekenis van tijd (daarover later meer) en op wie ik ben. Mijn vader zou overlijden. Dat zou veranderen. Daarmee waren de dingen die ik nog steeds had (mijn baan, mijn liefde, mijn vriend) ook onzeker. Want wat zou het verlies met me doen? En mijn herziene visie op het leven?

Zo ben ik iets kwijt geraakt wat ik vermoedelijk nooit meer terug krijg: onbezorgdheid. Ik kende heus wel zorgen, hoor. Natuurlijk kende ik die. Maar de grote en reële angst om een geliefde kwijt te raken, zat ver weg gestopt; dat was iets voor de verre toekomst – zie cliché 1. Nu die angst ineens niet meer irrationeel was, maar nabije werkelijkheid bleek te zijn, kon en kan ik die angst niet meer zo ver weg stoppen. Er kan je zomaar iets gebeuren – domme pech – en dan moet je afscheid nemen. Het maakt je niet alleen bang, maar ook machteloos, wanhopig, boos en verdrietig. Dat zorgt voor veranderingen, hoe klein of groot ook.

Ik kan toch niet zomaar carnaval (ik ben een Brabantse!) vieren alsof er niets aan de hand is? Mijn hoofd staat er niet naar, maar het voelt ook ongepast. Ik kan toch niet feest vieren als het zo slecht gaat met iemand die zo belangrijk voor me is?

Überhaupt moet ik een (nieuwe) balans vinden in werk, familie en vrienden. De ene dag denk je: lekker belangrijk dat werk, ik moet bij mijn vader zijn. Zo lang het nog kan. Ik moet bij mijn familie zijn om hen te steunen. Maar dat is op de lange termijn niet helemaal realistisch; niet in praktische zin (er moet gewerkt worden en geld verdiend worden), maar ook niet gevoelsmatig. Je hebt namelijk ook afstand nodig, tijd voor jezelf en je andere geliefden, want – zie cliché 1 wederom – ook zíj kunnen pech hebben of krijgen en ineens er niet meer zijn. Of jijzelf.
En die disbalans laat je de andere kant op bewegen. Zoveel mogelijk doorgaan met het normale leven. Dat wil papa ook. En hij probeert dat zelf ook, voor zover dat gaat. Hij heef je later (wanneer is dat?) nog hard genoeg nodig, zo zegt hij. Dus gewoon werken, gewoon leven. Maar dat leven is dus niet gewoon.

Ik durf mijn telefoon niet meer op stil te zetten als ik alleen ben. Ook niet ’s nachts. Ik durf niet ver van tevoren een vakantie te boeken, laat staan iets wat ik niet kan annuleren. Ik wil niet meer lang op vakantie of ver weg, terwijl ik het normaal gesproken liefst minimaal drie weken in een ander werelddeel zit. Ik plan amper iets met vrienden. Want misschien moet of wil ik naar mijn vader.

Voor anderen lijkt alles hetzelfde gebleven, voor mij lijkt alles veranderd te zijn.