Vijf jaar terug in de tijd.
Ik keek geen reguliere tv; wat ik keek moest overwegend nuttig zijn. Ervoor gaan zitten was er niet bij, ik keek op mijn telefoon of tablet, terwijl ik intussen de was opvouwde, de badkamer schoonmaakte of een brood bakte.
Ontbijten deed ik met mijn handdoek nog om terwijl ik mijn lenzen in deed en mijn gezicht opmaakte.
Lunchen deed ik achter mijn bureau.
Nieuws las ik in de trein, als ik mijn mail had bijgewerkt.
Bellen deed ik terwijl ik de was ging ophangen of boodschappen deed.
Alles stond in het teken van efficiëntie. Multitasken. Nut. Alles heeft een doel.
Al-tijd aan
Dus echt vrije tijd kende ik niet, laat staan ontspanning. Heb ik tijd over? Dan ga ik de ramen lappen. Of nog een extra keer sporten. Iets bakken met de eieren die bijna over datum zijn, zodat ik ze niet weg hoef te gooien.
Ik heb een babyshower te organiseren, een vrijgezellenfeest te regelen, een reis te boeken, een restaurant uit te zoeken en nog 86 bijkletsdates met vrienden en familie te plannen. Al-tijd bezig.
Ik snapte mensen niet die iedere avond oppervlakkige tv keken. Hallo, je zou die tijd ook kunnen gebruiken om aan je conditie te werken, om een nieuwe taal te leren, om naar een event te gaan! Ik heb altijd te weinig uren in een dag en jij laat ze zomaar voorbij tikken.
Deed ik dan alles wat ik wilde? Nee, er stonden nog tientallen dingen om mijn wishlist. Maar ja, dáár had ik natuurlijk geen tijd voor. Want ik had het al zo druk. Nadenken hoe dat anders kon of wat ik echt wilde? Daar maakte ik simpelweg geen tijd en al helemaal geen ruimte voor. Dat komt wel. Ooit. Ik heb het nu te druk.
Druk op de ketel
Maar die drukte zorgde er niet alleen voor dat ik letterlijk altijd onder druk stond, maar ook dat ik steeds meer uit verbinding raakte met mezelf. Ik had geen idee meer wat ik wilde en hoe ik me eigenlijk voelde. En ik kan je vertellen: dat is niet goed voor een mens. (Hallo burn-out!)
Het woord ‘bezigheidstherapie’ slaat nergens op
De periode die daarop volgde was heel heel heel confronterend. Wat ik moest concluderen, was dat ik zoveel had weggestopt: angst, boosheid, onzekerheid, woede, verdriet. En dat is niet zo moeilijk als je het altijd maar druk hebt. Bezig zijn is alles behalve therapeutisch kan ik je vertellen (het woord ‘bezigheidstherapie’ slaat wat mij betreft dus ook nergens op). Het zorgt ervoor dat je jezelf niet in de spiegel hoeft aan te kijken, niet hoeft te voelen, niet hoeft te dealen met je onzekerheden of angsten. Je stelt keuzes uit. Je zorgt voor excuses om je dromen niet te verwezenlijken. Je spreekt jezelf niet uit. En juist door dat alles te onderdrukken, kom je onder druk te staan. En als je niet oppast, knalt het deksel eraf. Bam. Lekkages. Ravage. Onherstelbare scheuren, krassen, breuken.
Dus haal die druk af en toe van de ketel. Zorg dat je niet altijd druk bent. Kom op adem. Voel. Verbind.