Van alle zwangerschappen eindigt 10 tot 15% in een miskraam. Dat is best veel, als je het mij vraagt. Er zijn dus ook best veel mensen die hier mee te maken krijgen. Grote kans dat jij iemand kent (of bent) die een miskraam heeft gehad, of misschien zelfs meerdere. Maar wat zeg je dan?
Het hoeft niet perfect
Ikzelf ken behoorlijk wat mensen die helaas een onvoltooide zwangerschap ervaren hebben. Het kan moeilijk zijn om de juiste woorden te vinden – ik pretendeer absoluut niet dat ik altijd het juiste gezegd heb of het juiste zeg. Want weet je: voor iedereen is het anders. Fysiek kan het anders zijn, mentaal kan het anders zijn. Er zijn zoveel factoren (context, verloop van de miskraam, maar ook persoonlijkheid) die bepalen hoe iemand een tegenslag als deze ervaart en welke behoeften iemand heeft. Dus ‘het perfecte’ zeggen, is bijna onmogelijk. Toch denk ik dat de volgende vijf dingen dicht in de buurt komen en in bijna alle situaties gelden.
5 reacties die niet fout kunnen zijn
Wat je ook zegt, het is belangrijk dat je laat merken dat je iemand ziet: toon empathie. En dat doe je bijvoorbeeld zo:
Ik vind het vreselijk voor je.
Want dat vind je, toch? Of verdrietig, of verschrikkelijk, of droevig. Zeg wat je voelt. Je hoeft niet met dure termen te smijten of ingewikkelde woorden te gebruiken. Zelf krijg ik ‘gecondoleerd’ altijd moeilijk uit mijn strot – het voelt onpersoonlijk en afstandelijk. Ik zeg liever wat ik bedoel.
Ik wil er graag voor je zijn.
Let op: zeg dit alleen als je het echt meent én kunt zijn. Want zeggen ‘Ik ben er voor je’ en vervolgens niet thuis geven is pijnlijker dan niets beloven. Extra handig is om nog iets toe te voegen, bijvoorbeeld een vraag: “Ik wil er graag voor je zijn, maar weet niet zo goed hoe. Waar kan ik je bij helpen?” Dan maak je het direct concreet en het maakt het voor de ander gemakkelijk om daadwerkelijk om hulp te vragen. Je kunt ook je belofte specificeren: “Ik wil er graag voor je zijn. Ik kan bijvoorbeeld een vrolijke film bij je komen kijken en een doos bonbons meenemen.” Of juist zeggen wat de ander niet van je kan verwachten: “Overdag kan ik niet zomaar vrij nemen, maar ik kom graag in de avond een rondje met je wandelen.” Andere dingen die je kunt aanbieden (of juist niet) zijn: boodschappen doen, voor iemand koken, een luisterend oor bieden, meegaan naar een doktersafspraak of een leuk uitje verzinnen ter afleiding. De ander kan dan aangeven of die daar behoefte aan heeft.
Neem alle tijd die je nodig hebt.
Omdat het zoveel mensen overkomt, wordt er vaak gedaan alsof een miskraam niets voorstelt. Terwijl: voor veel mensen is het een heftig verlies. Door dingen te zeggen als ‘neem je tijd’ of ‘je mag rouwen’, erken je dat verlies. Soms hebben mensen die bevestiging nodig.
Probeer het dus niet beter te maken – die neiging hebben we vaak (ook ik, ik heb dit in het verleden ook echt vaker gedaan vanuit goede bedoelingen en ik zag later pas dat het totaal niet behulpzaam was). Iemand heeft éérst behoefte aan erkenning. Geef ruimte aan de emoties die er zijn. De volgende stap is vertrouwen en vooruit kijken. Eerst doorléven, dan dóórleven.
Ik weet niet wat je doormaakt.
Dit is een zin om te combineren met een van de bovenste drie. Hoewel je je er wellicht wel een voorstelling bij kunt maken, weet je niet wat de ander meemaakt – óók niet als je het zelf hebt meegemaakt. Je vult het snel voor een ander in. Probeer dat niet te doen, maar geef een ander de ruimte om te vertellen hoe het voelt. Want waar iemand zich niet serieus genomen kan voelen in de rouw die ervaren wordt, kan het ook andersom zijn: als jij zegt “Ik kan me voorstellen dat het heel zwaar voor je is”, terwijl de ander er eigenlijk heel licht en positief in staat, is dat ook niet prettig.
Ik weet niet wat ik moet zeggen.
Deze voelt altijd heel lullig, maar vind ik zelf misschien wel de beste reactie. Want wat je eigenlijk zegt is: “Ik weet niet wat je doormaakt, maar ik vind het vreselijk voor je en ik wil er graag voor je zijn. Er zijn geen woorden voor.” Weet je: de ander weet zelf waarschijnlijk ook niet wat hij/zij/die zou zeggen óf zou willen horen. Hier zit alles in.
En soms hoef je niet eens iets te zeggen
Eigenlijk komt het hier op neer: laat iemand in z’n waarde. Ben er voor diegene. Laat weten dat je aan iemand denkt. En dat kan ook zonder iets te zeggen: geen woorden maar daden. Stuur een kaartje, een bloemetje, zet een pannetje soep voor de deur. Je kunt zóveel zeggen zonder iets te zeggen.